Damir Raković is met zijn onafhankelijke modeshow eind deze maand te gast op de Zagreb Fashion Week, wat voor iedere ontwerper een bijzondere uitdaging is. De weg hiernaartoe was niet eenvoudig voor de afgestudeerde kostuumontwerper, conceptueel en creatief manager van Atelje Ponorelli en conceptueel modeontwerper. De doornen die op dit pad staan...
Damir Raković is met zijn onafhankelijke modeshow eind deze maand te gast op de Zagreb Fashion Week, wat voor iedere ontwerper een bijzondere uitdaging is. De weg hiernaartoe was niet eenvoudig voor de afgestudeerde kostuumontwerper, conceptueel en creatief manager van Atelje Ponorelli en conceptueel modeontwerper. Trnje, die hij onderweg ontmoette, betrokken hij artistiek bij de opkomende collectie en voegde zo op bijzondere wijze de finishing touch aan zijn verhaal toe.
In tegenstelling tot de meeste ontwerpers die aan NTF studeren, ben jij net afgestudeerd aan de Profokus School in Zagreb. Wat overtuigde de Sloveense ontwerper om over de grens te gaan studeren?
Het begon al op de middelbare school. Mijn ouders begrepen niet wat ik wilde doen, ze keurden het niet goed, en daarom schreef ik me zonder hun medeweten in voor de middelbare school voor design. Ze dachten dat ik naar de tandartsschool ging totdat de eerste post van de ontwerpschool arriveerde. Zo heb ik mij ingeschreven op de school in Zagreb. Ik had ook behoorlijk moeite met het schoolgeld, omdat mijn ouders niets wilden bijdragen. Bovendien kun je hier geen kostuumontwerp studeren, je moet naar Wenen of Zagreb, en aangezien laatstgenoemde dichterbij is en een goed programma heeft, heb ik me daar ingeschreven.
Je herfst- en wintercollectie presenteer je met een onafhankelijke modeshow tijdens de fashionweek in Zagreb, die plaatsvindt van 19 t/m 21 mei. Hoe krijgt een jonge Sloveense ontwerper zo’n geweldige kans?
Na vele jaren van inspanning werkt hij gratis en voor iedereen. Profokus werkt goed samen met evenementen, die niet weinig voorkomen in Kroatië, en vier jaar geleden kreeg ik de eerste kans. Mijn talent werd op school erkend, ik kwam er zelfs achter dat ik hun beste leerling was, dus ze hebben veel voor me gedaan, vooral de directeur van de school, Branka Vučetić Atletić. Al het andere is een eigen initiatief. Je moet alles zelf voorbereiden, niemand heeft je zomaar de kans geboden. Je organiseert ook jezelf, bereidt al het materiaal voor, en als ze je leuk vinden, doe je mee, zo niet, dan niet.
Jij bent een van die ontwerpers die zich niet laat inspireren door conventionele thema's zoals de jaren 50 of een marineblauw thema, maar in plaats daarvan conceptueel creëert. Wat is het verhaal van deze collectie?
Het hoofdthema is het doornenpad, en de belangrijkste inspiratiebron is elk leven waarin zich problemen voordoen. Elk verhaal is anders, maar de problemen zijn vergelijkbaar. De focus ligt in mijn verhaal, in mijn problemen, die ik in doornen heb gestoken. De collectie bestaat uit verschillende afbeeldingen die de vorm van het symbool veranderen. Dit verschijnt in de minst verwachte vormen op het lichaam, net zoals problemen ook verrassen. De doorn verandert in geometrische vormen, gevolgd door catharsis en verlichting. Iedereen kan zich vinden in dit concept. De collectie is niet bedoeld voor een specifieke klantenkring, maar simpelweg voor mensen.
Voor de collectie heb je ook een serie modefoto's gemaakt met fotografe Ana Gregorič. Hoe is het jou gelukt om jouw visie op fotopapier vast te leggen?
Bij modefotografie is het allerbelangrijkste dat de deelnemers op één lijn zitten met elkaar. Er is een extreem dunne grens tussen mode en gewone fotografie. De deelnemers moeten een artistiek tintje hebben, dit is niet de visie van slechts één persoon, maar van het hele team. Alle artikelen zijn even belangrijk. Ik ben vooral trots op visagiste Sandra Pranjič, die een adembenemend beeld creëerde. Ik laat altijd iedereen zijn werk doen. Natuurlijk geef ik aanwijzingen en laat het project dan drijven. Als elke deelnemer heeft wat ik zoek, is de zaak geslaagd, zo niet, dan is het een ramp.
Als kostuumontwerper werkte je samen met Broadway-theater, Miniteatro, Škuco en anderen. Hoeveel ontwerpvrijheid geven dergelijke projecten je?
Perfect. Je houdt je aan het thema en de voorstelling, de vormen worden gedicteerd door het kostuum en de acteurs zelf. Het is belangrijk wie het kostuum draagt, hoeveel acteurs er zijn, er moet rekening worden gehouden met de beweging, het thema moet worden vastgelegd. Om een kostuum goed te laten zijn, moet je een beetje socioloog en psycholoog zijn, je moet het hele personage in één zin herkennen. Daarbinnen ligt echter volledige vrijheid.
Je hebt een bijzondere creatie gemaakt in de vorm van een verrassingstaart voor een modeshow in het kader van de Zagreb Fair. Wanneer wordt modeontwerp kostuumontwerp?
Zeer zelden, tenzij het thema minder dan honderd jaar oud is, en je het kostuum altijd in het modeontwerp kunt verwerken. Je kunt historische feiten niet veranderen, een kostuum is een kostuum en het veranderde heel langzaam, elke 50 of zelfs honderd jaar. Na de revolutie begon de mode echter snel te veranderen, elke tien jaar, en alles is anders. Als je je bezighoudt met reconstructie, dat wil zeggen met kostuums, kun je geen trendy dingen toevoegen, maar als het tegenovergestelde het geval is, is het een bijzondere uitdaging, omdat van mode wordt verwacht dat ze esthetisch en functioneel is. Het kostuum is echter niet functioneel.
Jij bent het idee en de creatieve leider van Atelje Ponorelli, dat meer op een kunstgalerie dan op een modeboetiek lijkt. Gaat het dus meer om kunst dan om modetrends?
Zeker. Bij Atelje zijn we gefocust op het voorkomen van trends, we streven ernaar om kleding voor altijd mee te laten gaan en niet slechts voor één seizoen. Ik wil kunst altijd combineren met mode of een andere wereld, dat is mijn missie. Steeds meer mensen verlangen ernaar, de Chinese massaproductie wordt langzaamaan uitgesloten, wij verlangen naar individualisering. Al bij de opening van het Atelier wilden we mensen eraan herinneren dat de uitbuiting van de beroepsbevolking nergens toe leidt. We hebben het hoogtepunt bereikt waarop een keerpunt moet plaatsvinden. In het begin had ik over de modewereld de illusie dat het kunst was. Het is geen kunst, mode is business. Ik blijf echter doorgaan en voeg artistieke waarde toe aan nuttige kleding en accessoires.