Noah Hawley's "Alien: Earth" (FX/Hulu) brengt de actie naar huis: naar het jaar 2120, twee jaar vóór de originele film. Wanneer het onderzoeksschip USCSS Maginot na 65 jaar in de cryogene technologie terugkeert, barst er een nachtmerrie los op aarde – gerund door megabedrijven. Centraal staat Wendy (Sydney Chandler), het bewustzijn van een kind in een synthetisch volwassen lichaam, en een wereld waar toproofdieren zich niet alleen in schachten verstoppen.
Hawley-serie Buitenaards wezen: Aarde is een ambitieuze maar slimme "doorsnede" van het DNA van de "Alien"-saga: respectvol voor Ridley Scotts mythische esthetiek, maar met een eigen idee dat de echte monsters eigenlijk de bedrijven zijn die de planeet hebben veroverd. Het verhaal speelt zich af in het jaar 2120, slechts twee jaar voor de gebeurtenissen in de eerste film, en begint op veilige, vertrouwde grond – in de ingewanden van het bedrijfsschip Weyland-Yutani, waar de bemanning van de Maginot de maanden aftelt tot hun terugkeer in de ruimte... totdat sensoren op hol slaan, protocollen falen en de "monsters" plotseling rechtstreeks naar de aarde worden geslingerd. Dan beginnen de waarheden en ribben te breken.
Het meest vernieuwende aan "Alien: Earth" is dat de serie een serieuze blik werpt op hoe een wereld op aarde eruitziet wanneer landen slechts takken zijn van een corporate jungle. Prodigy City – in de serie ook wel New Siam genoemd – is een waterige metropool vol kanalen, neonbruggen en een stervende middenklasse, gebouwd op Thaise locaties die de serie een organische, tastbare textuur geven. Dit is geen steriele toekomst; dit is een retrofuturistische dystopie waar de realiteit zweterig is. De visuele signatuur combineert praktische effecten en doordachte CGI, waardoor de beesten levensecht aanvoelen en de steden versleten en echt aanvoelen.
Hawley bezuinigde niet op de grote ideeën. "Alien: Earth" beschrijft duidelijk de drie "typen" mensen van morgen: cyborgs, synthetische wezens en hybrides – waarvan de laatste het meest spannend en moreel ongrijpbaar zijn. Wendy (Sydney Chandler) is een kind dat getransplanteerd is in een volwassen synthetisch lichaam, de eerste "succesvolle" hybride en het emotionele middelpunt van het verhaal. Haar dynamiek met haar broer Hermit (Alex Lawther), de beschermende, koude synthetische Kirsh (Timothy Olyphant) en de verwarrende wereld om haar heen laten zien dat de serie niet alleen over overleven gaat, maar over wat het betekent om mens te zijn.
Waar we in "Alien" doorgaans één monster en één geheim memo bestrijden, krijgen we hier een heel ecosysteem aan monsters en memes. Hawley introduceert nieuwe creaties naast de xenomorphs en plaatst ze in een dramatische boog die escaleert van kabinetsgefluister tot stadspaniek. Het werkt verrassend goed – deels omdat horror geboren wordt uit ideeën (onsterfelijkheid als product) en pas daarna uit tanden. Ja, er spuit weer bloed, maar het is de koude logica die het meest prikt.
De sleutel tot deze wereld is de biljonair Boy Kavalier (Samuel Blenkin), CEO van Prodigy, die zijn lab "Neverland" noemt en de hybride kinderen "Lost Boys". "Peter Pan" is niet zomaar een grap voor de schrijvers; het is een rode draad over eeuwige kindertijd, macht zonder verantwoordelijkheid en hoe ver bedrijven gaan om de dood te verslaan. De eerste afleveringen heten dan ook heel toepasselijk "Neverland" en "Mr. October" – ondeugend en griezelig tegelijk.
Ook de industriële parameters zijn tot in de puntjes afgestemd. De serie is geproduceerd door FX, Ridley Scott is uitvoerend producent en de muziek is van Jeff Russo, wat te horen is in de pulserende, koude lijnen die het ritme bepalen tussen de stilte van de luchtschachten en de dreunen van de actie. Het resultaat is televisie met een filmische inslag: machtsuitspraken klinken in lage tonen terwijl de Maginot-bemanning de controle verliest en Prodigy mensen in producten verandert.
Wat betreft de première en "hoe te kijken": "Alien: Earth" ging op 12 augustus in première met een doubleheader op FX en Hulu (internationaal op Disney+); het eerste seizoen telt acht afleveringen en verschijnt wekelijks tot de finale op 23 september. De lijst met titels – van "Metamorphosis" tot de finale "The Real Monsters" – geeft mooi aan waar Hawley naartoe wil: naar de vraag wie de echte monsters zijn als de lichten aangaan.
De cast is uitstekend gekozen en internationaal: naast Chandler, Olyphant en Lawther schitteren Samuel Blenkin, Essie Davis (Dame Sylvia) en Adarsh Gourav (Slightly) en vormen een ensemble met een ondertoon van fragiliteit en gevaar, waarin iedereen iets verbergt. Precies zoals de "Alien"-serie hoort te ademen: met een ingehouden gefluister vóór de schreeuw.
Ontvangst? Tot nu toe indrukwekkend. Het seizoen heeft een 94 % op Rotten Tomatoes (gebaseerd op zo'n 78 recensies), en Metacritic heeft een solide 85, waarmee de serie nu al in de categorie "must-watch" terechtkomt. Dit zijn niet zomaar cijfers; ze betekenen dat het experiment – een filmfranchise in een premium tv-format – succesvol is omdat het de wereld niet alleen heeft gekopieerd, maar ook aanzienlijk heeft uitgebreid.
Waar "Alien: Romulus" vorig jaar de xenomorph terugbracht naar de bioscoop, bewijst "Alien: Earth" dat televisie een bredere biotoop van angst en ideeën kan creëren. Topproducties (Thailand in al zijn diversiteit), rijke overleveringen (New Siam/Prodigy City) en de overweging van onsterfelijkheid als businessmodel werken als één prachtig gekalibreerde machine. Horror is een kwestie van fysiologie; de ultieme beesten – en dat is niet verrassend – worden verantwoord. Mocht je je afvragen waar de serie uiteindelijk zal eindigen, de naam van de finale verraadt al genoeg: "De Echte Monsters". Dan zullen we misschien eindelijk toegeven dat de gevaarlijkste roofdieren degenen zijn die de loonstrookjes betalen.