Laten we eerlijk zijn. De auto-industrie is de laatste jaren een beetje... in een dipje geraakt. Alle fabrikanten concurreren om de meest gevreesde, zwaarste en duurste elektrische kolos te maken die net zoveel ruimte inneemt als een klein studio-appartement. En dan is er nog Citroën. Het merk dat blijkbaar als enige nog echte wijn drinkt tijdens de lunchpauze. Ze hebben de Citroën ELO geïntroduceerd. Het is geen auto. Het is een mobiele woonkamer die een McLaren F1 heeft verslonden en besloot in een Decathlon te gaan wonen. En weet je wat? Hij is absoluut fantastisch.
Laten we eerst de cijfers bespreken, want dat zijn de enige zaken die in dit artikel niet subjectief zijn. Citroën ELO Hij is slechts 4,10 meter lang. Ter vergelijking: dat is de lengte van hun ë-C3, oftewel ongeveer de lengte van een gemiddelde spits. Maar de Fransen hebben een oude truc toegepast: omdat de auto elektrisch is en de motor op de achteras zit, hebben ze het interieur tot in het absurde opgerekt.
Het resultaat? Ze hebben zes volwassenen in de vloer van de stadsauto gepropt. De deuren openen in tegengestelde richting (zogenaamde zelfmoorddeuren), zonder middenstijl, waardoor een opening van 1,92 meter (6,3 voet) breed ontstaat. Dit betekent dat je niet in de auto stapt, maar erin stapt.



"ELO bepleit niet het principe dat de klant zich aan zijn auto moet aanpassen, maar dat de auto zich moet aanpassen aan de behoeften van de klant. Deze uitspraak hoor ik vaak bij merken die auto's voor 200.000 euro verkopen, maar niet bij de Citroën van het volk."
Bestuurdersstoel: egoïsme of genialiteit?
Dit is waar het op de best mogelijke manier bizar wordt. De bestuurdersstoel is in het midden geplaatst. Centraal. We zagen dit voor het laatst in de legendarische McLaren F1 of Gordon Murray's T.50. Behalve in het model Citroën ELO Je haalt geen topsnelheid van 300 km/u (186 mph), maar je bent wel superieur aan het stadsverkeer.
Waarom het midden? Omdat het het beste zicht biedt en omdat – let wel – de stoel 360 graden draaibaar is. Als je niet rijdt, draai je je rug naar de passagiers en ben je ineens niet langer de bestuurder, maar de gastheer van het feest. Het stuurwiel heeft één spaak (een knipoog naar de DS-godin uit 1955) en er zijn geen instrumenten. Alles wordt geprojecteerd op een zwevende film op de voorruit. Dit is de "Tech-Noir"-toekomst waar we op hebben gewacht.
De heilige drie-eenheid: RUST, SPEEL, WERK
Citroën beweert dat de 95 % een geparkeerd en nutteloos stuk metaal is. Citroën ELO verandert dat met een concept dat ze RUST, SPEEL, WERK noemen.
REST: In samenwerking met Decathlon (ja, die winkel waar je hardloopsokken koopt) creëerden ze een interieur dat je omtovert tot een slaapkamer. Twee luchtbedden van "Dropstitch"-materiaal (hetzelfde als supboards) zitten in de bodem verstopt. Het dak kan open zodat je naar de sterren kunt kijken. Dit is niet slapen in een auto omdat je je hotel hebt gemist; dit is glamping.
TONEELSTUK: Alles is modulair. Je kunt de achterbank eruit halen en gebruiken voor een picknick. De auto is voorzien van V2L-technologie (Vehicle-to-Load), wat betekent dat de ELO in feite een enorme draagbare accu (powerbank) is waarop je een elektrische grill, speakers of een dj-booth kunt aansluiten.
WERK: Omdat we in het Zoomtijdperk leven, verandert ELO in een kantoor. De middenconsole wordt een laptoptafel en de auto wordt je geluidsdichte kantoor met uitzicht op zee (of een parkeerplaats in BTC, afhankelijk van je geluk).


Technologie die met u mee ademt
Het is niet zomaar een doos. Het is een slimme doos. Goodyear ontwikkelde de Eagle Xplore-banden met SightLine voor ELO. Sensoren in de banden meten slijtage en spanning in realtime, en een led op de velg geeft met kleuren aan of alles in orde is. Eindelijk een auto die met je communiceert zonder te piepen als een paniekerige robot.
De body is gemaakt van gerecyclede materialen, waaronder geëxpandeerd polypropyleen (het materiaal dat gebruikt wordt in fietshelmen) voor de bumpers. Hij is stevig, lichtgewicht, en als je hem krast, zul je niet huilen, maar wel zeggen dat hij een "patina" heeft.
Conclusie: Waarom hebben we het nodig?
De Citroën ELO zal waarschijnlijk niet in serieproductie gaan zoals hij nu is. En dat is tragisch. In een wereld geobsedeerd door agressie, status en nappaleer is de ELO net zo verfrissend als een koude plons augustus.
Hij is kleurrijk, vriendelijk en neemt zichzelf niet al te serieus. Het bewijst dat een auto niet per se een middel is om van A naar B te komen, maar een plek waar we daadwerkelijk leven. Als dit de toekomst is van elektrische mobiliteit – leuk, modulair en een tikkeltje eigenzinnig – dan hebben we niets te vrezen. Jan Macarol zou er wel eentje hebben. Niet om te racen, maar voor die momenten waarop de wereld te serieus wordt en je je oranje geluksbubbel nodig hebt.
De prijs? Onbetaalbaar, want het is een concept. Maar als ze hem zouden maken, zou hij net zoveel kosten als een goed uitgeruste C3. Citroën, doe dat alsjeblieft.





