"Niemand wenste ooit op zijn sterfbed dat hij meer tijd op kantoor had doorgebracht", luidt het bekende cliché. Een studie van twee professoren in de psychologie wijst op waar we aan het einde van ons leven diep spijt van kunnen krijgen.
Professoren Mike Morrison van de University of Illinois en Neal Roese van de Kellogg School of Management aan de Northwestern University in Illinois kwamen met zinvolle resultaten. Hun onderzoek is gebaseerd op een willekeurige telefonische enquête die ze hebben gehouden onder 370 Amerikanen.
Als we deze mogen geloven, had spijt op basis van relaties de overhand op spijt op basis van opleiding of carrière. Dit betekent dat een groter percentage van de respondenten spijt had van dingen die te maken hadden met relaties met anderen, hechte relaties, dan van hun carrièrebeslissingen.
Maar liefst achttien procent van de respondenten had spijt van een vroegere romance of verloren liefde, en slechts iets minder (16%) had spijt dat ze niet genoeg tijd met hun gezin doorbrachten. Slechts 13 procent van de respondenten had spijt van de verkeerde opleiding en slechts één procent minder had spijt van het verkeerde carrièrepad. Nog minder mensen associeerden de spijt met ouderschap of gezondheid.
Al met al had maar liefst 43 procent van de spijtbetuigingen te maken met menselijke relaties, of het nu een romance uit het verleden was, een verloren liefde,... Aan de andere kant vertegenwoordigde spijt over carrièrepad of opleiding gemiddeld 35 procent.
Stabiele sociale relaties
De resultaten zijn waarschijnlijk niet echt een verrassing. Het is tenslotte wetenschappelijk bewezen dat relaties onze gezondheid en ons welzijn beïnvloeden en bijdragen aan de vermindering van depressie en hartaandoeningen. Bovendien zorgen vrienden en familie ervoor dat we ons gelukkiger en meer vervuld voelen.
“Mensen hunkeren naar sterke, stabiele sociale relaties en zijn ongelukkig als ze die niet hebben; spijt belichaamt dit principe”, schreven de auteurs van het onderzoek.
