Lavendel is een onmisbare tuin- of balkongeur. Het wordt voor verschillende doeleinden gebruikt. Hieruit wordt olie geproduceerd die vooral in de cosmetische industrie wordt gebruikt voor parfums, zepen, geurstoffen en crèmes, maar natuurlijk ook onmisbaar is voor het wegjagen van lijken. Het kan zelfs een voedingssupplement zijn. De gewone lavendel loopt echter nog steeds voorop als sierplant.
Lavendel het is geen veeleisende plant en gedijt in alle grondsoorten, mits goed gedraineerd en niet te zuur. Het werkt het beste op een zonnige plaats, dus het is belangrijk dat er voldoende licht is.
Hoe lavendel thuis te kweken?
Lavendel kan worden getransplanteerd met behulp van reeds volwassen twijgen. Omdat lavendelzaden moeilijk te kweken zijn, is het takjesproces vrij eenvoudig. Knip het lavendeltakje 7 tot 10 centimeter van de grond af. Kies altijd gezonde takjes, die geen navel hebben en mooi zijn kleur. Verwijder de onderste bladeren met een mes. Plant de takjes dan in de tuin of in een bloempot. Het is belangrijk dat ze dat zijn kwaliteit grond en dat het water goed wegloopt. Zoals reeds vermeld, lavendel houdt van veel zon, dus probeer hem op een zonnige plek te planten. Gebruik een keer per week een organische meststof voor bloemen en geef regelmatig water, bij voorkeur met stilstaand water. Na ongeveer twee maanden groeit je lavendel uit tot een prachtige, geurende struik.
Als je hem in een pot plant, is het aan te raden om hem zo groot mogelijk te maken, aangezien lavendel grotere en stevige wortels heeft. Je kunt hem ook in twee potten planten, zodat de kleinere in de grotere staat, hierdoor wordt een goede waterafvoer bereikt en blijft de plant tegelijkertijd goed voor koudere periodes. In tuinen is het ideaal om hem in een hoog bed te planten, maar het is belangrijk om eerst de grond op te graven en te drogen.