Onderzoek heeft nieuw licht geworpen op de effecten van cafeïne op de hersenen en het leren. Verbetert onze ochtendkoffie echt onze capaciteiten?
Cafeïne, vaak gezien als een alertheids- en concentratiebooster, is onlangs het onderwerp geworden van nieuw onderzoek dat deze overtuigingen ter discussie stelt. Onderzoekers van de Neuromodulation Research Facility van het Butler Hospital in Providence, Rhode Island, analyseerden hersensignalen gerelateerd aan het leren en opslaan van herinneringen bij twintig mensen. Hun resultaten laten zien dat het dagelijks consumeren van aanzienlijke hoeveelheden cafeïne de plasticiteit van de hersenen kan beperken: het vermogen van de hersenen om zichzelf te herstructureren en nieuwe dingen te leren.
Aan het onderzoek namen 16 mensen deel die tussen de één en vijf cafeïnehoudende drankjes per dag dronken, en vier mensen die zelden cafeïne consumeerden. Hoewel ze allemaal werden blootgesteld aan een hersenstimulatieprocedure die was ontworpen om de bereidheid om te leren na te bootsen, werden sterkere LTP-effecten gevonden bij degenen die geen cafeïne consumeerden.
De onderzoekers zijn van plan het onderzoek voort te zetten, waarbij ze nauwkeuriger de timing van de cafeïne-inname en de dosering ervan vóór het testen zullen controleren. Het doel is om beter te begrijpen hoe cafeïne leer- en geheugenmechanismen beïnvloedt en de mogelijke invloed van cafeïne op de klinische effecten van repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS).